Bij een kwaadaardige tumor in het botweefsel van arm of been, bestond de standaardbehandeling in het verleden vaak uit een amputatie. Dat is veranderd. Steeds vaker (in circa 90% van de gevallen) probeert men nu met arm- of beensparende chirurgie de kwaadaardige tumor te verwijderen. Zo ook bij Hetty Baijens, die in 2016 een heel klein bobbeltje op haar scheenbeen ontdekte. We spreken haar en haar behandelend arts orthopedisch oncologisch chirurg dr. Ingrid van der Geest over alle pogingen die zij deden om het been te behouden. Helaas tevergeefs. Hetty Baijens: “Ik had een heel klein knobbeltje op mijn scheenbeen, waarmee ik even naar de huisarts ging. Ik had geen pijn, fitnesste twee keer in de week, dus maakte me niet zoveel zorgen. Een cyste leek me. Maar twee doorverwijzingen en een MRI later bleek dit bobbeltje slechts het topje van de ijsberg. Er zat een tumor achter ter grootte van een halve sinaasappel. Een sarcoom dat niet alleen bedreigend voor mijn onderbeen was, maar omdat het vaak uitzaait, ook een gevaar was voor mijn longen. actie was dus geboden.” Ingrid van der Geest: “We moesten opereren. En mevrouw Baijens had heel nadrukkelijk de wens om haar onderbeen te behouden. Ze was eraan gehecht, zei ze. Dat snap ik en het leek ook mogelijk. We konden in de lengte één helft van het scheenbeen weghalen en hebben dat uiteindelijk kunnen vervangen met een stuk donorbot uit de ‘botbank’ waarbij we huid van het andere been gebruikten om het weer af te dichten. Dat gebeurde allemaal in twee operaties binnen twee maanden nadat ik het eerste knobbeltje voelde." Hetty Baijens: “Maar niet alles was eruit gehaald kennelijk, want in 2017 bleek bij een controle dat de kanker terug was. Ingrid van der Geest heeft toen opnieuw de tumor verwijderd en ik ben aansluitend hier in Boxmeer bestraald. Daarna volgde eigenlijk best een goed jaar. Ik moest opnieuw leren lopen. Maar in 2018 liep ik weer en kon ik ook weer fietsen. We waren ondertussen wel aan het vooruitdenken en hebben wél besloten ons huis te verkopen en te gaan voor een mooi appartement vlak bij het centrum. Voor de zekerheid. Dat bleek helaas een goede keuze. In 2019 bij de nieuwjaarsreceptie kon ik slecht staan, slecht lopen…” Ingrid van der Geest: “Er bleken verschillende ontstekingshaarden in het been te zitten die we open hebben gemaakt, schoon hebben gemaakt en met antibiotica hebben behandeld. Maar we ontdekten ook een raar plekje in de kuit. Uit het biopt bleek dat weer sarcoom te zijn. Mevrouw Baijens is toen weer 25 keer bestraald. Maar op de MRI van eind mei kwamen er toch weer uitzaaiingen in het onderbeen in beeld. Daarmee werd duidelijk dat we moesten amputeren. Ik had dat woord ook in eerdere consulten al wel regelmatig laten vallen. Maar je moet daar naartoe groeien. Ik net zo goed als mevrouw Baijens. Je hoopt gewoon het been te kunnen sparen.” Hetty Baijens: “Ik werd op 13 juni geopereerd en ik werd opgelucht wakker uit de narcose. Het probleem was weg. Met de steun van de fysiotherapeut en intensieve training probeer ik nu met mijn prothese goed te gaan lopen. We gaan niet voor kreupel. Dat gaat steeds beter. Ik ben ook niet ziek, hoewel ik uiteraard wél onder controle blijf.” Ingrid van der Geest: “Bij mevrouw Baijens is het niet gelukt om haar been te behouden, maar het is mooi om te zien hoe positief ze in het leven staat. Ze heeft pech gehad. Een botsarcoom komt sowieso maar ongeveer 120 keer per jaar voor in Nederland. Er zijn maar vier centra die dit behandelen. We maken maar kleine stapjes in het onderzoek hiernaar, omdat de patiëntenaantallen klein zijn. Dat zorgt voor een kleinere onderzoekspopulatie en helaas ook voor minder onderzoeksgeld. Maar we bundelen als centra de krachten wel op onderzoeksgebied.” Hetty Baijens: “Ik ben als zeldzaam geval ook nog de collegezaal ingereden.” Ingrid van der Geest: “Bij minder zeldzame tumoren gaan de ontwikkelingen sneller. Door de goede scantechnieken van nu, worden er bijvoorbeeld steeds meer goedaardige kraakbeentumoren gevonden in schouder en knie. Die opereerden we altijd en schraapten we dan uit. Maar ook hier zijn we behoudender aan het worden en behandelen we in heel goed overleg met de patiënt nu vaak zelfs helemaal niet. Keuzes staan niet meer vast. Het gaat ook om de kwaliteit van leven na de behandeling. Je gaat daarom het gesprek met de patiënt aan en we hebben gelukkig vaak ook keuzehulpen om dat proces te ondersteunen.” Radboud Report Oncologie 19 Pagina 18

Pagina 20

Scoor meer met een web winkel in uw vakbladen. Velen gingen u voor en publiceerden clubbladen online.

Radboud Report Oncologie Nr. 1 2020 Lees publicatie 2Home


You need flash player to view this online publication